Schouderinstabiliteit
Wat is een schouderluxatie?
Bij een schouderluxatie, of een schouder die uit de kom is, staat de kop naast de kom. Dit kan ook gedeeltelijk gebeuren, waarbij de kop vaak gelijk weer in de kom schiet. In de meeste gevallen als de schouder in zijn geheel uit de kom gaat moet deze weer in de kom gezet worden door iemand anders die daar ervaring mee heeft. Bij herhaalde luxaties of blijvend gevoel van instabiliteit wordt er gesproken van een instabiele schouder.
Er zijn meerdere factoren die zorgen voor de stabiliteit van het schoudergewricht, de vorm van de kom en de kop, de banden, het kapsel en de spieren. Bij een schouderluxatie is er meestal schade aan een of meer van deze structuren.
Symptomen van een instabiele schouder
- Pijn als de schouder uit de kom gaat of pijn bij bepaalde bewegingen waarbij deze bijna uit de kom gaat.
- Afwijkende stand/zwelling als de schouder uit de kom staat
- Niet goed kunnen bewegen
- Soms tintelingen van de huid of arm door prikkeling van de zenuwen
- Herhaalde gedeeltelijke of gehele luxaties van de schouder.
- Gevoel van onzekerheid bij bepaalde bewegingen
Oorzaken van schouderinstabiliteit
- Schade aan weefsels: Bij bijna elke schouder die uit de kom is geweest heeft er wel bepaalde schade plaats gevonden. Deze schade kan alleen aan het kapsel (binnenbekleding gewricht) of aan het labrum (opstaande kraakbeenrand van de kom) zijn, maar er kan ook schade ontstaan aan het bot van de kop (Hill Sachs laesie) of aan de kom (benige Bankart laesie). Als deze schade aanwezig is, is de kans groot dat de schouder instabiel blijft.
- Aangeboren verhoogde mobiliteit van de gewrichten: Als de gewrichten flexibeler zijn dan normaal dan kan er eerder instabiliteit ontstaan
- Verstoorde spiersamenwerking: de spieren in de schouder spelen een belangrijke rol in de stabiliteit van de schouder, en verstoringen hierin kunnen een negatief effect op de stabiliteit hebben
Hoe stellen we de diagnose?
Het verhaal hoe de instabiliteit is ontstaan en wat de klachten ervan zijn geeft al veel informatie. Het lichamelijk onderzoek in combinatie met een rontgenfoto kan al veel informatie geven over het type letsel. Vaak is er nog een aanvullende scan (CT of MRI) nodig om alle schade in kaart te brengen voordat er een behandelplan wordt gemaakt.
Wat is de behandeling?
Als de schouder voor de eerste keer uit de kom is gegaan kan in eerste instantie een niet-operatieve behandeling ingesteld worden. Het is dan goed om de eerste weken de structuren die moeten genezen tot rust te laten komen met een mitella, waarna er gestart kan worden met fysiotherapie. Als er ondanks een niet-operatief traject toch klachten blijven bestaan, of als de schouder vaker uit de kom is geweest, dan is een operatie vaak noodzakelijk om de schouder weer stabiel te maken. De leeftijd en sportieve ambities spelen een belangrijke rol in de beslisvorming. Er zijn 2 soorten ingrepen om de schouder stabiel te krijgen:
- Via een kijkoperatie (arthroscopische schouderstabilisatie). Dit is een optie als er geen of weinig schade aan het bot is, en dus alleen de kraakbeenring of het kapsel gehecht moeten worden. Dit kan via kleine openingen in de huid waar een dun kijk-instrument en dunne werk-instrumenten ingebracht kunnen worden om dit uit te voeren.
- Via een open ingreep (Latarjet procedure). Dit is noodzakelijk als er significante schade is aan het bot van de kom, aangezien je met deze ingreep een stukje bot van het schouderblad verplaatst naar de kom zodat deze groter wordt. Hierdoor kan de kop niet meer zo makkelijk uit de kom.
Hoe ziet de nabehandeling eruit?
Na de operatie is het voor de genezing noodzakelijk om de schouder in een mitella te dragen voor 6 weken. Binnen die 6 weken wordt er wel al gelijk begonnen met fysiotherapie en kan er binnen een bepaald gebied wel geoefend worden om te voorkomen dat de schouder erg stijf wordt. Na ongeveer 3 maanden is het vaak weer mogelijk om een auto te besturen. Totaal duurt het herstel 6 tot 9 maanden. Die eerste 6 maanden is het belangrijk om geen werpbewegingen te maken.